Freitag, 24. Februar 2012

Deutsch-Belgische Tanzveranstaltung

Samir Akika & Johannes Fundermann

young&furious

Tanz
26.02.2012 | 20:00 Uhr
Cultuurcentrum Brugge • Biekorf | Sint-Jakobsstraat 20 | 8000 Brügge
DE, EN, NL
5 €
+32 (0)50 44 30 40
cultuurcentrum@brugge.be
"Acht junge Erwachsene aus Belgien und Deutschland sind die Akteure des Stückes young&furious. Das Werk von Samir Akika und Johannes Fundermann beleuchtet acht verschiedene Perspektiven auf die Gesellschaft und das Leben im Allgemeinen."

Für mehr Informationen, klicke auf den Link:

Donnerstag, 23. Februar 2012

Wereldburger of Belgiëburger? Zur Position der deutschen Sprache in Belgien

Liegt Belgien wirklich im Zentrum Europas? Sind die Belgier Weltbürger im Sinne Stefan Zweigs?
La Belgique se trouve-t-elle vraiment au centre de l'Europe? Les belges sont-ils de vrais citoyens du monde dans le sens de Stefan Zweig?
Ligt België echt in het centrum van Europa? Zijn de Belgen wereldburgers zoals Stefan Zweig het benoemde?
Ein Artikel von Luc Van Doorslaer aus De Standaard (22/02/2012) zu den Deutschkenntnissen in Flandern.
Un article de Luc Van Doorslaer dans De Standaard (22/02/2012) sur la connaissance de l'allemand en Flandre.
Een artikel van Luc Van Doorslaer in De Standaard (22/02/2012) over de kennis van het Duits in Vlaanderen.

Wereldburger of Belgiëburger?

Niet Frans, niet Engels, maar Duits is Europa's eerste taal

"Ja, het is waar, het Frans van de gemiddelde Vlaming gaat erop achteruit ten voordele van het Engels. Maar ontbreekt in die vergelijking geen derde element? Kijk eens naar het oosten, zegt LUC VAN DOORSLAER: daar, 100 miljoen Duitstaligen!
Een wereldburger, wat is dat eigenlijk? Iemand die op alle exotische bestemmingen ter wereld vakanties in resorts heeft doorgebracht, is dat een wereldburger? Iemand die een jaar lang een wereldreis maakt en daarbij honderd boeken leest zonder veel contact met anderen, is dat een kosmopoliet? Is Laura Dekker een wereldburger?

Een kenmerk dat velen ongetwijfeld associëren met wereldburgerschap, is talenkennis. In die zin heb ik veel sympathie voor het motto van de Olympiade Frans: 'Word wereldburger, leer de taal van je buren' (DS 20 februari). Maar tegelijkertijd denkt mijn kritische zelf ook: tiens, staan op het Europese vasteland niet net de Franstaligen (samen met de Spaanstaligen) bekend om hun bijzonder beperkte kennis van andere talen? Hoe moet dat dan, wereldburger worden via een taalgebied dat zo sterk op zichzelf gericht is? Opent zoiets een kijk op de wereld, of enkel op de Franstalige wereld? Word je zo wereldburger, of eerder Fransburger?

Tweede bedenking bij het motto: de 'buren' waarvan sprake, blijken bij nader inzien enkel onze Franstalige landgenoten te zijn. Laat ik duidelijk zijn: ik heb een groot respect voor wat grondlegger Willy Clijsters de voorbije decennia gepresteerd heeft, maar is zo'n beperkte Belgische invalshoek nog van deze eeuw? Ik ga volmondig akkoord met het principe van goed nabuurschap. Als er één principe is dat onze vermolmde nationale categorieën van de 19de eeuw kan moderniseren, is het goed nabuurschap. Maar kunnen we dan even verder kijken dan die nationale grenzen? En niet alleen naar het zuiden, maar ook in andere windrichtingen?

Talige machtsverhoudingen

Het Nederlandse taalgebied kan zijn geografische geluk niet op: zijn buren zijn net de drie grootste talen van de EU (voor het Engels met een stukje zee ertussen). Nergens anders is het principe van goed nabuurschap qua talenkennis zo makkelijk in te vullen als bij ons. De EU heeft als streefdoel dat elke burger naast zijn moedertaal nog twee andere EU-talen kent. Als wij dus willen excelleren in talenkennis (maar willen we dat nog?), dan moeten we ons onderscheiden door kennis van een derde vreemde taal bij een relevant deel van de bevolking. Vlaamse zelfgenoegzaamheid is hierbij ongepast, want we zijn daar op dit moment erg ver van verwijderd: Vlaamse jongeren kennen Engels van de populaire cultuur, maar niet grondig. De kennis van het Frans gaat er zienderogen op achteruit. Jongeren met kennis van het Duits zijn stilaan toe aan het statuut van beschermde diersoort.

Vooral dat laatste is, als je het objectiveert, bijzonder opmerkelijk. Dat valt des te meer op als je kijkt naar de economische argumenten van de Olympiade Frans. Jawel, Frankrijk is een belangrijke handelspartner, maar dat argument geldt natuurlijk in overtreffende trap voor Duitsland, veruit de belangrijkste handelspartner en de belangrijkste Europese economie. Er is de macht van het getal: er leven in de EU bijna 100 miljoen Duitstaligen, dat is de helft meer dan Engels- of Franstaligen. Drie keer zoveel als Spaanstaligen. Maar er zijn niet enkel economische argumenten. Nederlands is de taal die het nauwst verwant is met Duits. Nederlandstaligen kunnen dus ontzettend ver geraken in die taal. Nederlanders weten dat ook en maken er volop gebruik van. Vlaanderen worstelt zozeer met zijn België-inbedding en zijn eenzijdig zuidelijke oriëntatie, dat het die taalkundige troef totaal ongebruikt laat.

Illusies

Er bestaan eigenlijk twee grote illusies die we voor onszelf graag in stand houden. De eerste is dat we veel vreemde talen kennen. De tweede is dat België nog altijd in het centrum van Europa ligt (zoals je nog heel vaak hoort beweren). Eén blik op de EU-kaart volstaat om dat te ontmaskeren. België ligt aan de rand van Europa, de oostelijke uitbreiding van de EU is nog altijd niet helemaal in onze geesten doorgedrongen. Niet toevallig ligt het geografische centrum van de EU in Duitsland. Maar wij volharden in een twintigste-eeuwse kijk op de Europese machtsverhoudingen en leven met onze rug naar het oosten. Terwijl het oosten, en dus onvermijdelijk Duitsland, de poort opent naar het grootste deel van Europa.

Eén voorbeeldje: uit onderzoek blijkt dat vrijwel al onze Vlaamse media veel meer aandacht besteden aan Frankrijk dan aan Duitsland. Dat heeft onder meer te maken met het nog veelvuldige gebruik van het Franse persbureau. Maar onze inschatting van het Frans heeft ook te maken met de mentale vertekening die Brussel veroorzaakt. Als vrijwel alle opiniemakers (journalisten, politici, ambtenarenin een hoofdzakelijk Franstalige stad werken, gaan ze het belang van die taal overmatig inschatten. Dat is menselijk, maar het kan geen kwaad daar af en toe op te wijzen. Frans is uiteraard een belangrijke taal, maar een fixatie is nooit gezond. Daar staat best wat geestesverruimende relativering tegenover: als je vanuit de grootste stad van Vlaanderen 20 kilometer naar het noorden rijdt, is Frans een exotisch fenomeen. Is het dan niet voorbijgestreefd om de onderwijsdiscussie zwart-wit te reduceren tot Engels versus Frans?

Misschien is het in de 21ste eeuw de hoogste tijd om ons beperkte Belgisch-nationale perspectief om te ruilen voor een Europees? Om alvast Europese in plaats van alleen maar Belgiëburgers te worden? En dus: omdat het de derde taal van Europa is, stuur ik mijn kinderen op Franse taalvakantie. Maar niet alleen Franse."

Freitag, 3. Februar 2012

Deutschlandjahr 2012 an der K.U.Leuven - Duitslandjaar 2012 aan de K.U.Leuven - L'année de l'Allemagne 2012 à l'université de Louvain

Hier findet ihr alle Informationen rund ums 'Deutschlandjahr 2012' an der K.U.Leuven

Hier kunnen jullie alle informatie rond het 'Duitslandjaar 2012' aan de K.U.Leuven terugvinden

Ici, vous pouvez trouver toutes les informations sur 'L'année de l'Allemagne 2012' à l'université de Louvain

http://www.kuleuven.be/duitslandjaar/

Donnerstag, 2. Februar 2012

Duitslandjaar: een jaar lang aha-erlebnissen

"Ik had gehoord dat Belgen je altijd strak in de ogen kijken maar daar klopt niets van.” Er is duidelijk nog werk aan het België-beeld van onze oosterburen – en vice versa. Onder andere om die wederzijdse kennis te versterken, hebben de Duitse ambassade en de universiteit 2012 uitgeroepen tot Duitslandjaar. Campuskrant ging alvast kennismaken met een Duitse student, onderzoeker en professor in Leuven.

“Privé en professioneel de juiste keuze”

Jens Emmerich (30) is als doctorandus verbonden aan het Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse. Vier jaar geleden ruilde hij het Duitse Marktheidenfeld voor Leuven: “Ik ben meteen na mijn studie scheikunde aan de Technische Universität van München naar hier verhuisd. Ik had een Belgische Erasmus-studente – nu mijn vrouw – leren kennen en zij was hier al aan haar doctoraat bezig. Daarom heb ik contact gezocht met mijn huidige promotor. Ik wilde sowieso altijd al graag naar het buitenland. Het labo waar ik doctoreer staat zeer hoog aangeschreven, dus het was zowel privé als professioneel de juiste keuze.”

“Nu mijn doctoraatsproject bijna afgerond is, ben ik stilaan aan het solliciteren. Een argument om in België te blijven is zeker de goed uitgebouwde kinderopvang – we hebben een zoontje van zes weken. In Duitsland is dat zo goed als onbestaande en moet één van de ouders haast onvermijdelijk thuisblijven.”

“Bedankt voor de complimentjes over mijn Nederlands! Ik heb een tijdje intensief les gevolgd en het helpt natuurlijk dat ik via mijn vrouw veel contacten heb met Vlamingen. Ik leer graag andere landen en culturen kennen en vind het dan ook belangrijk om de taal te spreken.”

“Als vrijwilliger voor de Duitse ambassade probeer ik als zogenaamde juniordiplomaat jongeren warm te maken voor het Duits en voor Duitsland. Bovendien ben ik als bestuurslid betrokken bij de organisatie van het Duitslandjaar. Het kan zeker geen kwaad om een heel jaar lang te focussen op de mogelijkheden die er bestaan met het grootste buurland van België: bijvoorbeeld de Erasmus-mobiliteit tussen de twee landen is beslist onvoldoende. Met het Duitslandjaar proberen we daar iets aan te doen. Ik denk dat het programma een mooi evenwicht biedt tussen academische workshops en meer studentikoze activiteiten.”


“De mensen hier zijn diplomatischer, meer relaxed”

Uwe Himmelreich (46) is hoofd van de eenheid Biomedische MRI van het Departement Beeldvorming en Pathologie. “Oorspronkelijk kom ik uit Erfurt, en ik heb gestudeerd in Leipzig. Na negen jaar in Australië zijn we in 2004 naar Europa teruggekeerd omdat mijn vrouw aan de UCL een aanbieding kreeg en ik terecht kon bij het Max Planck Instituut in Keulen. In 2007 ben ik naar Leuven gekomen en we hebben geen plannen meer om nog te verhuizen; België is een heel aangenaam land om in te wonen, met een hoge levenskwaliteit. Het tempo ligt iets lager dan in Duitsland en de mensen zijn ook vriendelijker dan in sommige delen van ons land, wat diplomatischer, wat meer relaxed. Qua mentaliteit heeft België meer gemeen met Australië dan met Duitsland.”

“De universiteit heeft een zeer goede internationale reputatie maar bij aankomst was ik toch onder de indruk van de onderzoeksomgeving, die heel stimulerend is, met tal van internationaal vermaarde onderzoeksgroepen.”

“Als medeorganisator van het Duitslandjaar sta ik natuurlijk helemaal achter het opzet. Ik vind het een heel goed idee een heel jaar te focussen op een bepaald land. Duitsers weten over het algemeen zeer weinig over België en omgekeerd is er wellicht ook nog wel werk aan de winkel. In november organiseren we binnen het programma een wetenschappelijke conferentie over medisch onderzoek.”


“Jammer dat ik het Oktoberfest moet missen”

Erasmus-studente Isabella Gabriel (22) uit Mindelheim studeert dit academiejaar internationaal en Europees recht aan de KU Leuven: “Er zijn zoveel redenen waarom ik naar Leuven gekomen ben… De goede reputatie van de universiteit, uiteraard. En het is handig dat Brussel vlakbij is als je, zoals ik, een goed inzicht wil krijgen in de Europese instellingen. En Leuven is een goede uitvalsbasis: ik heb het eerste semester zowat ieder weekend een stad bezocht en ik ben ook naar Parijs en Spanje geweest.”

“Ik ben heel blij dat ik hierheen ben gekomen; de lessen zijn zeer interessant en ik vind Leuven geweldig gezellig. De historische architectuur zorgt voor een speciale sfeer, het hééft echt iets. In vergelijking met München – waar ik studeer – vind ik Leuven wel ontzettend klein. Dat heeft zijn voordelen – naar de les gaan kost me tien minuten in plaats van drie kwartier – maar soms mis ik de grootstad wel. Ik moest er ook heel erg aan wennen dat iedereen in het weekend naar huis gaat. Ik had ook gehoord dat Belgen je altijd strak in de ogen kijken maar daar klopt niets van. (lacht)”

“Een initiatief als het Duitslandjaar is zeker nuttig: in Duitsland weten we eigenlijk weinig over België en ik denk dat Duitsland Belgische studenten ook veel te bieden heeft. Ik vind het helemaal geweldig dat er een Oktoberfest op het programma staat! Dat heb ik dit jaar echt gemist. Jammer dat ik het zelf niet mee zal maken!”

bron: Campuskrant K.U.Leuven, http://nieuws.kuleuven.be/node/10615

meer informatie over het Duitslandjaar: http://www.kuleuven.be/duitslandjaar/